Take me to church

28 juli 2021 - Chiloé, Chili

Even een hele andere blog. Jan mocht zich melden bij het UWV in Nederland, dus voor een dikke week blijf ik alleen achter in Chili. We hebben een Podor geregeld zodat ik zelf op pad mag met Frenkie. Mijn ervaringen heb ik beschreven in een blog. Deze is stiekem vrij uitgebreid voor een week tijd maar je zult al snel begrijpen waarom.

Jan afzetten op het vliegveld en dan alleen verder gaan (voor een weekje maar toch) is op zichzelf al uitdagend. Het vinden van de parkeerautomaat was de volgende uitdaging. Na struinen door de vertrek hal kwam ik tot de conclusie dat ik misschien beter kon vragen bij het informatiepunt waar ik kon betalen. De dames achter het informatiepunt keken me echter schaapachtig aan toen ik hun in het Engels uitlegde waar ik naar zocht. Het zou toch te makkelijk zijn als je als personeel op een vliegveld bij het informatiepunt ook Engels zou kunnen. Dus ik besluit het op gebrekkig Spaans te gooien. Als reactie hierop wijzen ze wat naar buiten richting de parkeerplaats. Oké fair enough, buiten is opzich zo gek nog niet. Op het parkeerterrein zie ik echter alleen hokjes om een auto te huren maar waar je moet  betalen is mij een raadsel. Tot ik tot de conclusie kom, het is Chili, wie zegt dat je moet betalen bij een automaat? Misschien betaal je wel als je het terrein af gaat. Dus ik stap in de auto en rij richting de uitgang van het parkeerterrein waar een man bij de automaat staat en vraagt naar mijn kaartje. Het raam stort voor de afwisseling naar beneden zodra ik hem open wil draaien, dus lichtelijk gegenereerd geef ik hem het kaartje. Hij stopt het kaartje in de automaat en geeft het geïrriteerd terug 'aún no has pagado'. 'Klopt als een bus, where can I pay?' Geïrriteerd wijst hij richting de vertrekhal. Dat is mooi maar waar dan binnen? Ik krijg geen antwoord maar wordt onhandig uit de rij gehaald. Oké poging nummer twee. Ondertussen hoor ik Jan al in mijn hoofd zingen 'Want vandoag is zoenen daag..'. Zoals opzich wel te voorspellen loop ik direct richting de parkeerautomaat als ik binnen kom. Tuurlijk, nu wel hè. Verder verloopt het op rolletjes, ik kom het terrein af, rij netjes een rondje er omheen en voor ik het weet sta  ik vast in de file richting het centrum.

De vorige keer hebben we in Puerto Montt de was gedaan bij een dame die zich verontschuldigde dat ze het blauwe doekje niet schoon had gekregen. Het blauwe doekje wordt voor ALLES gebruikt en ieder normaal mens had hem al lang weg gegooid maar Jan is eraan gehecht geraakt, dus hem een keer mee nemen in de was leek op dat moment vrij verstandig. Gezien ik nu weer met een tas vol vuile was zit kreeg ik het vriendelijke verzoek om deze dame weer op te zoeken. Ware het niet dat hier nergens parkeerplekken zijn dus na twee blokken om gereden te zijn (waaronder een éénrichtingsweg waar ik mezelf per ongeluk ontpopte tot spookrijder) besloot ik te parkeren bij het tankstation verderop en te lopen. Hier aangekomen was de lieve dame zo druk dat ze helaas voor maandag geen tijd had. Een uur en twee wasserettes later met hetzelfde nieuws was ik er helemaal klaar mee en besloot ik naar de jumbo te rijden voor boodschappen. Nog iets wat soepeler gaat als je het samen doet. Want wat neem je in godsnaam mee als je geen keuken hebt maar wel wilt avondeten. Precies brood, kaas en druiven. Creatiever wordt het niet in zo'n mega supermarkt na slenteren door de elle lange paden. Toch heeft het me wel een soort rust gegeven en met nieuwe energie ga ik naar de volgende wasserette.

Een oude dame heeft een wasserette aan huis (met welgeteld één wasmachine). Ze is aangenaam verrast door mijn komst en met un poquito Español en veel handgebaren komen we er samen uit. Ik ben opgelucht en irriteer me niet eens maar aan Frenkie die piept dat ie iets mankeert nadat we al twee dagen van de ene naar de andere garage zijn gegaan.

Aangekomen in het hotel bel ik met Jan over het nieuws van een staking in Parijs (waar hij op vliegt) het zal toch niet dat hij nu alsnog niet in Nederland aankomt. Het is fijn om even zijn stem te horen. Ik besluit me in te lezen in de komende dagen en een maskertje op te doen. Als Jan dan toch weg is, kan ik het er net zo goed van nemen.  

HeerlijkDe trappen van Puerto Montt

De volgende dag heb ik er zin in. Ik besluit het thuisfront te bellen en ze een update te geven van de situatie. Fijn om mijn vader weer even te zien. Na een kort telefoontje pak ik mijn spullen en duik ik de stad in om wat spuitbussen en glow in the dark sterren te scoren voor Frenkie. Dit blijkt uitdagender dan geschat dus wanneer ik gevoelsmatig alle Chinese winkels in Puerto Montt heb gezien plof ik neer in een park voor een gezonde lunch. Ik struin wat door de straten tot ik een mooi bankje in de zon vind met uitzicht op de stad. Ik kan het wel in m'n eentje!

Fruitsalade

Onder het genot van een biertje geniet ik van de laatste zonnestralen. Terug op mijn kamer ben ik wat onrustig. Morgen vertrek ik en ik heb eigenlijk totaal geen plan. Het gemis van Jan overvalt me een beetje. Nu mag ik het allemaal zelf bepalen maar dat betekent ook dat ik geen partner heb om mee te sparren. Ik lees alles wat ik kan vinden over Chiloé, hersorteer de belangrijke papieren, zoek dingen uit voor de autoverzekering en stippel in ieder geval een plan uit voor de volgende dag voor ik volledig kapot in slaap val.

Na een onrustige nacht wordt ik lichtelijk geïrriteerd wakker. Jan heeft als het goed is net z'n gesprek gehad maar nog niets laten weten, als dat maar goed is gegaan. Wanneer ik wil douchen blijkt er geen water te zijn. Zelfs mijn mond kan ik niet spoelen na het tandenpoetsen. Tijdens het ontbijt belt Jan maar het bereik is te slecht om het mee te krijgen. Als ik hem op de kamer terug bel babbelen we even maar tijdens het bellen valt de stroom uit en daarmee de WiFi. Ik baal als een stekker en twijfel om het hele plan te cancellen en een hostel in Puerto Montt te zoeken. Hoewel ik gister een aantal verrassend leuke plekjes heb gevonden in de stad die voor mij altijd grijs en afstandelijk heeft gevoeld zit ik er niet echt op te wachten om hier langer te blijven dan nodig is. Met de oude gedachte what would Jan do? Besluit ik mijn spullen te pakken en het plan van gisteravond uit te voeren. Langs de wasserette waar ik verrassend goed weg kom met mijn beginner Spaans en door naar de supermarkt. Hoewel ik het mega spannend vind allemaal hou ik me voor dat ik dit best kan. Ik ontdek dat Frenkie enkel de hele tijd piept omdat hij niet helemaal begrijpt dat mijn handtas geen riem nodig heeft en zelfs de tankdop (die nogal eens kuren vertoont met het erop en eraf draaien) weet ik bij het tankstation te manoeuvreren alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. And off we go!

Vol goede moed volg ik Maps me die mij naar de ene na de andere afgesloten straat rijd zodat ik mag keren. Uiteindelijk kom ik uit bij de scenic route over een gravel road langs prachtige weilanden vol bloemen en achter tractoren. Het is dan ook niet verrassend dat ik er ander half uur langer over doe dan gepland voor ik op de Ferry beland. Ik klets met wat kinderen aan boord die onder de indruk zijn van mijn lengte (en mijn kont, dankjewel nieuwe broek, blijk ik er toch één te hebben).

OvertochtAangekomen op het eiland

Aan de overkant wil ik lifters op pikken. Nu Jan er niet bij is moet dat kunnen. Maar wanneer ik het vriendelijke meisje spreek blijken ze met z'n vieren te zijn, jammerrrr.

7 t/m 13 februari Chiloé (all by myself)

Nu ik op Chiloé ben heb ik er wel weer lol in. Het is me in ieder geval gelukt om op het eiland te komen. Bij de toerist office vergaar ik wat informatie van een meisje dat (thank God!) Wel Engels kan. Ze legt me uit wat de hot spots zijn in het noorden van het eiland en waar ik wat meer informatie kan krijgen over ruta de Iglesias.

Het eerste dorp

Ik besluit eerst een camping op te zoeken waar ik hartelijk ontvangen wordt. Ze kunnen enkel Spaans en snappen niet helemaal dat een Nederlandse vrouw, die amper Spaans kan in haar eentje naar Chiloé komt. Echt makkelijk uit te leggen is het ook niet. Ik krijg een top spot met uitzicht op zee en zet de tent op. Wanneer  ik aan het klungelen ben met de tent die stinkt naar hondenpis (dankjewel Jan, ik weet dat je er weinig controle over had maar toch) komen er drie meisjes naar me toe. Nieuwsgierig vragen ze hoe ik heet, waar ik vandaan kom en waar mijn Esposo is. De meisjes snappen wel dat ik niet zo goed Spaans kan en vinden het (in tegenstelling tot de meeste Chilenen) geen probleem om langzaam te praten en hun vragen te herhalen. Ik beloof ze dat ik later met ze kom spelen. Wanneer de tent staat plof ik tevreden neer op een bankje met een glas wijn en uitzicht op zee, ik ben er.

Prima spot

 Al snel besluit ik door te lopen naar het centrum waar ik informatie zou kunnen vinden over de ruta Iglesias. De stad is druk en vol toeristen maar op een gezellige manier. Ik babbel wat met een Colombiaanse jongen die onder de indruk is van het feit dat ik hier alleen ben en hij wijst me de weg richting de kerk. De kerk is prachtig en ik beklim de toren vol glas in lood. Binnen leggen ze in het Spaans uit hoe de houten kerken zijn gebouwd als een soort puzzel.

Cathedral san CarloshoutwerkDe kerkenUitzicht vanaf de eerste verdiepingHet eilandGlas in lood roosPrettyVoor het raam

Zoals te verwachten is alles echter in het Spaans dus ik besluit naar het informatie punt te gaan voor informatie over de ruta Iglesias. Hier staan twee vriendelijke dames die geen Engels kunnen, niet langzamer willen praten en enkel wijzen naar een poster waar de kerken zich bevinden. Zo ver was ik al. Lichtelijk teleurgesteld loop ik twee straten verder tot ik me realiseer dat ik mijn portemonnee kwijt ben (ja Jan ik biecht het op, deze keer was ik het). Ik ren terug en kom een meisje te gemoet dat opgelucht is mij te zien. Blijkbaar had ik hem op de balie laten liggen en was ze me achterna gekomen.

Wederom opgelucht struin ik door de straten en langs het water. Ik besef me dat ik verder dan een bak druiven sinds het ontbijt niets op heb dus, zet wat alarmen ter herinnering en loop terug richting de camping om te koken.

Walvis

Onderweg stopt een auto voor mijn neus met een man die aangenaam verrast is om mij te zien. Het duurt even twee tellen voor ik door heb dat het de opa van de camping is. Hij verteld dat hij me al zocht omdat het alarm van de auto af bleef gaan, oeps! Ik stap in en als een malle rijden we richting de camping. Ik krijg boze blikken maar Frenkie staat erbij alsof er niets aan de hand is. Ik verontschuldig me tegenover de omstanders en haal hem van het slot om vervolgens mijn spullen eruit te pakken. Niet veel later komt de schoondochter van de camping mijn kant op en die begint te vloeken en te tieren in het Spaans. Ik begrijp er niet veel van maar ik bied nogmaals mijn excuses aan. De opa van de camping trekt een sprintje naar ons toe en probeerd zijn schoondochter te kalmeren. Ik begrijp niet helemaal wat er nu precies aan de hand is maar verder dan excuses aanbieden kan ik ook niet zo veel. Ondertussen komt de eigenaar van de camping erbij en met alle omstanders van de camping er omheen begin ik me lichtelijk ongemakkelijk te voelen. Hij legt uit dat één van de honden tegen Frenkie aan heeft gezeken en elke keer als de hond terug komt om tegen Frenkie aan te strelen gaat het alarm af. Ik begrijp Frenkie wel en vraag me af waarom niemand op het idee is gekomen om die hond dan weg te houden bij de auto. Maar goed, we besluiten de auto ergens anders te plaatsen. Als ik bij de tent kom blijkt ook die een douche te hebben gekregen van een hond, daarbij staat de rits open en liggen mijn spullen overhoop. Blijkbaar hebben ze in de tent gezocht naar de autosleutel. Ik weet niet wie er nu excuses aan moet bieden aan wie, maar goed ondertussen weten we dat Chilenen weinig waarde hechten aan privacy dus ik laat het voor wat het is. Ik pak de Rough Guide erbij en begin te koken. Nu ben ik pas echt van start.

De volgende ochtend wordt ik om zes uur wakker van een krijsend kind. Ik kan ook wel janken op dit tijdstip maar goed mooi op tijd om te ontbijten, spullen te pakken en te vertrekken.

Chiloé is het op één na grootste eiland van zuid Amerika. Voorheen bewoond door de zuidelijke Mapuche, waar ze leefde van visvangst en landbouw tot de Spanjaarden het overnamen. Officieel is het onderdeel van Chili maar zoals Limburg het heeft met Nederland, wil ook Chiloé liever onafhankelijk zijn. Zeker met alle protesten in Chili komt dat nu weer duidelijk naar voren met spandoeken en graffiti. Chiloé staat eigenlijk bekend om twee dingen mythes dan wel legendes en meer dan 150 houten kerken. Daarnaast zijn ze trots op hun palafitos, pittoreske houten huisjes op palen. Vroeger konden vissers hier hun boot aanleggen bij de achterdeur en zo via de voordeur de stad in lopen. Tegenwoordig zijn er nog maar een paar en hoewel het er vrolijk uitziet is het nu vooral een toeristenattractie waar mensen foto's van maken. Hoewel ik in eerste instantie vooral nieuwsgierig was naar de mythes en legendes (kom op neem bijvoorbeeld de Brujo: De Chiloéense heks. Er zijn alleen mannelijke heksen en de legende zegt dat ze in een grot zitten in de buurt van de stad Quicaví. Om een heks te worden, moet de individu gedoopt worden voor veertig dagen in een waterval, een geliefde vermoorden, een tas maken van de huid van de overledenen om daarin hun boeken met toverspreuken te bewaren en een deal sluiten met de duivel getekend met bloed, wanneer de duivel de ziel van de heks mag pakken. Heksen zijn in staat tot ongenoegen, het creëren van ziektes en moorden, zelfs vanaf een grote afstand) helaas is er echter weinig te vinden waar deze legendes worden tentoongesteld. Ik moet het dus doen met boeken en hier en daar een toeristische trol.

Zodoende besluit ik me te focussen op de kerken. Ik kan ze sowieso niet allemaal bezoeken maar er zijn 16 kerken die op de UNESCO werelderfgoedlijst staan. Degene die ik op het vaste land kan bezoeken ga ik dus bekijken. Ieder dorp heeft zijn eigen kerk en alle kerken kijken uit op zee en hebben een open plein of grasveld voor zich. Over het algemeen zijn de kerken vooral functioneel maar wel met een torenbel. ze zijn volledig van hout en soms geschilderd in felle kleuren.

Countdown

Kerk 1 Parroquia Petrocinio, Quemchi

Het is nog vroeg maar de zon schijnt en het is nog rustig in het dorpje. Ik had mezelf een opdracht gegeven om bij elke kerk een foto te maken. Bij voorkeur door iemand aan te spreken en te vragen een foto te maken. Het is makkelijk om in je schulp te kruipen maar op deze manier spreek je toch nog mensen. Wanneer de eerste poging met de zelfontspanner jammerlijk mislukt (lekkere photobomb, hond) spreek ik een Chileense man aan die dezelfde route af wil leggen maar dan te fiets. Hij is blij dat ik hem voorstel ook een foto van hem te maken want hij geeft aan gevoelsmatig amper bewijs te hebben dat hij er écht is geweest.

PhotobombParroquia Petrocinio

Kerk 2 Capilla Aucar, Aucar

Met een houten loopbrug loop ik naar het kleine eilandje Aucar wat vol staat met toeristen. Het heeft een prachtige begraafplaats vol kleurrijke (plastic) bloemen en een groot grasveld richting de simpele kerk. De kerk is gesloten maar door het raam kun je toch stiekem naar binnen kijken. Ik loop een rondje over het kleine eilandje tot het slakke tempo van de toeristen me begint te irriteren, daarbij heb ik nog genoeg kerken op de lijst so off we go!

De Pier richting AucarMythischDe loopbrug naar het eilandDe kleurrijke begraafplaatsDoor een ruit  van de kerkCapilla Aucar

Kerk 3 Iglesia San Antonio, Colo

De volgende kerk is één van mijn favorietjes, mede ook omdat er naast de schoonmakers niemand is. Hoewel het van buiten wat donker is met verdorde bloemen in een boog rond de ingang, is het vanbinnen juist heel licht met sterren geschilderd op het plafond.

SchilderijPrachtige binnenkantSan Antonio De Colo Montemar

Kerk 4 Iglesia de Quicavi, Quicavi

Quicaví was uitgestorven. Het verbaasd me dan ook niet dat het een slaperig spookdorp wordt genoemd. De legende is dat hier in een grot een belangrijk spreukenboek ligt van de Brujos. De Spaanse inquisitie heeft lang gezocht maar niets kunnen vinden. Ik overigens ook niet.

KerkstoelenIglesia de Quicavi

Kerk 5 Iglesia Nuestra Señora del Patrocinio de Tenaún, Tenaún

Deze kerk is vrij opvallend met de blauwe sterren op het vooraanzicht. Toen ik in Ancud het visite center bezocht en een schilderij zag van deze kerk wist ik dat ik hem wilde bezoeken. De entree prijs sloeg nergens op als je kijkt wat er van binnen te zien was in combinatie met het grote deel wat was afgesloten wegens restauraties, maar het was een interessante. Buiten sprak ik een Colombiaanse meisje dat met haar Franse vriend op de motor een weekje Chiloé bezocht. Zij hadden het na zes kerken wel gezien maar ze wenste me nog veel plezier.

Iglesia Nuestra Señora del Patrocinio de Tenaún

Onderweg naar de volgende kerk kwam ik een koppel tegen uit Concepción. Ze waren aan het liften op Chiloé. Helaas was mijn Spaans niet goed genoeg voor een fatsoenlijk gesprek maar ik begreep dat het liften ze tegen viel. Veel toeristen, dus veel auto's maar niemand die ze oppikte. Gezien de afstanden tussen de kerken toch een hele beproeving. Ze tipte me Curanto te proeven maar gezien het een vis gerecht is sla ik het toch even over.

Kerk 6 Iglesia Nuestra Señora de los Dolores, Dalcahue

Dalcahue is een mierenhoop. Overal toeristen en kraampjes met wolproducten en nergens een plek om te parkeren. Wanneer het me toch lukt om een plekje te bemachtigen besluit ik meteen een rondje door de stad te lopen. Het is warm en de benen strekken langs het water is best fijn.

Iglesia Nuestra Señora de los DoloresDe haven van Dalcahue

Kerk 7 Iglesia Santa Maria, Rilán

Bij Rilán lijkt het mega druk maar ik merk al snel dat het gewoon een grote familie is die met acht auto's zijn gekomen. Ik geniet van een ijsje in de zon tot ze vertrekken en ik rustig de kerk kan bekijken.

IjsjeIglesia Santa Maria

Na een warme lange dag in de auto ben ik best moe dus tijd om richting Castro te rijden. Ik check in in een relaxt hostel om al snel door te lopen naar de laatste kerk van de dag.

Kerk 8 Iglesia San Francisco, Castro

Zoals al te voorspellen was is deze kerk het meest indrukwekkend met zijn paars gele buitenkant doet het me denken aan een kruising tussen Disneyland en Pasen.  Castro is de grootste stad van het eiland en hierdoor lijken alle toeristen zich hier verzameld te hebben. Ik maak een snelle foto en volg de meute richting de kust waar wederom allemaal marktkraampjes staan vol troep die niemand wil hebben.

Iglesia San FranciscoWinkeltjeKunstwerkje

Een man spreekt me aan met tijdelijke tatoeages, zoals je die wel vaker kunt zetten op toeristische vakanties. Voor twee tellen twijfel ik om Jan's naam op mijn schouder te laten zetten, puur om hem te stangen als hij terug komt maar gezien dat nog wel even duurt en ik tot die tijd er alleen mee mag rondlopen, laat ik het aan me voorbij gaan. Mijn hoofd is vol van de dag dus ik loop een rustiger deel van de stad in. Daar zit een prachtige oudere man met een fietsenrek gebit en dreadlocks die me vrolijk aanspreekt. We roken samen een sigaretje op de stoeprand en kletsen wat ongemakkelijk Spaans wanneer de politie langs loopt. Zij spreken me aan en vragen me te vertrekken. Blijkbaar is dit geen lekkere buurt om alleen rond te lopen als vrouw dus ik neem afscheid van de man en loop met de agenten mee naar een beter stukje van de stad. Ik bedank ze vriendelijk voor hun oplettendheid en loop wat rond voor ik neerplof op een terras met veelste duur bier maar uitzicht op het water. Ik heb niet helemaal door hoe laat het is als ik richting het hostel loop om te koken.

Verdient

Na het eten loop ik terug naar Plaza Almas waar het een gezellige boel is met mensen. Er is een groot scherm met voetbal en ik kijk naar alle mensen die passeren tot het donker wordt en ik het hostel weer op zoek.

Plaza de Armas de Castro

Tot diep in de nacht is het rumoerig met een lamp die steeds aan en uit gaat. Wanneer ik de volgende ochtend vroeg wakker wordt blijk ik onder de bultjes te zitten. Top wederom bedbugs. Ik wacht tot het tijd is om te ontbijten en loop daarna nog even snel naar de kerk, nu het nog vroeg is zijn er nog weinig mensen. Ik vraag een vriendelijke meneer om een foto te maken. Hij is echter niet bekend met camera's dus na twee keer de camera uitgezet te hebben wanneer hij een foto wil maken maakt hij er eentje waar de kerk maar half op staat. Ach het gaat om het idee.

Palafitos

Kerk 9 Iglesia Nuestra Señora de Gracia, Nercón

De eerste kerk van vandaag ligt in Nercón een kwartiertje rijden van Castro in een nietszeggend dorpje eigenlijk net als de kerk. Ergens heeft hij wel z'n charme maar ik vind hem niet uitsprekender dan de andere kerken die ik tot nu toe heb mogen bewonderen. Misschien dat hij vanbinnen wel mooi is maar gezien hij nog gesloten was om half negen 's ochtends op een zondag morgen durf ik het je niet te zeggen.

Iglesia Nuestra Señora de Gracia, Nercón

Kerk 10 Iglesia San Antonio, Vilipulli

De volgende kerk ligt in een dorpje waar zowaar nog minder te beleven valt. Hier voel ik hem ook niet helemaal. Wederom een houten kerk. Wel vind ik het charmant dat er een weiland voor ligt, weleens waar omringd door hekwerk maar ik zie al voor me dat mensen na de mis in het gras ploffen voor een picknick.

Iglesia San Antonio de Padua de Vilupulli

Onderweg naar Chonchi beland ik achter een kudde cowboys. Een knus gezicht tussen de weilanden en ik ben onder de indruk dat ze toch zeker een man of 80 op hebben weten te trommelen. De boeren in Nederland zie je alleen in dat soort aantallen wanneer er protest gevoerd wordt.

Cowboys

Kerk 11 Iglesia Nuestra Señora de Rosario, Chonchi

Naar deze kerk keek ik enorm uit vanwege de vrolijke kleurencombinatie. Wanneer ik er voor sta merk ik dat ik hem zeker mooi vind maar dat ik er minder enthousiast van wordt dan de kerken gister. Misschien heb ik een beetje last van het mountainsyndroom. Wanneer je veel prachtige bergen hebt gezien en er een punt komt dat je berg nog steeds wel mooi vind maar het je niet meer verwonderd zoals de eerste paar keren. Het plan was om nu door te rijden naar Isla Lemuy een eiland waar nog drie UNESCO kerken staan. Gezien deze drie me al vrij weinig deden en de kerken op het eiland ook simpel van donker hout zijn, vraag ik me af of ik mezelf het gedoe met de Ferry niet moet besparen. Ik besluit naar de haven te rijden en daar de auto te parkeren om eens na te gaan wat ik nou eigenlijk wil deze dagen.

Iglesia Nuestra Señora de Rosario, ChonchiDe haven van ChonchiUitkijkpunt

Na ruim een uur staren naar de zee met bootjes kom ik tot de conclusie dat ik eigenlijk nog steeds geen idee heb. Vanmiddag vind in deze stad Semana Verano Chonchi plaats, een folklore festival met dans, muziek, kunst en rodeo (vandaar waarschijnlijk ook de cowboys onderweg). Normaliter is dat wel iets waar ik warm van kan lopen maar ik merk dat ik moe ben. De nacht was net te kort, alles lijkt te jeuken (alleen op mijn rechter onderarm tel ik al acht bulten) en ik mis mijn maatje. Nu kan ik hier blijven zitten balen, wachten tot het festival begint waar ik in m'n eentje toch niet lekker in kom (wetende dat de lokale alcoholische drankjes een no go zijn gezien ik hier niet kan blijven slapen) of eens door mijn notities bladeren wat ik verder nog wilde zien dan wel doen. Ik kom uit bij Muelle de Las Almas. Na een kort babbeltje met een monteur van een garage aan de haven die toch al ruim een uur onophoudelijk mij aanstaart rij ik die kant op.

De weg naar Muelle de Las Almas blijkt een duivels zandpad met stijle hellingen en flinke kuilen. Bij elke heuvel twijfel ik dan ook lichtelijk of Frenkie en ik dit wel aankunnen en vooral of we de terugweg wel gaan redden. Wanneer ik aan kom bij de entree zo'n 10 km voor de bestemming ben ik dan ook opgelucht dat ik even de benen kan strekken. Wanneer ik de auto parkeer en uitstap hoor ik gejoel en hard geklets door de mannen die achter me aanreden. Één van de mannen stapt op me af en doet alsof hij z'n pet afneemt. Hij had niet verwacht dat er een vrouw achter het stuur zat en geeft aan dat het fijn was om achter mij te rijden gezien ik precies leek te weten welke hobbels ik wel of niet moest nemen en waar ik af moest remmen dan wel harder rijden (Jan is een uitstekende leermeester). Toch een leuke opsteker die ik niet aan zag komen. Wanneer ik na een korte pauze dan ook weg wil rijden wordt er druk ingestapt en heb ik vijf volgers. De weg verder is weinig beters maar zonder problemen kom ik aan bij de parkeerterreinen. Hier vragen ze zowaar meer voor het parkeren dan de entreeprijs zelf maar dat ter zijde. Vanaf het parkeerterrein is het een goed uur lopen naar Muelle de Las Almas.

Ik ben opgelucht dat de gemiddelde Chileen een beroerdere conditie heeft als ik wanneer ik ze in haal op de stijle heuvels en dalen. Het uitzicht is adembenemend en ik merk dat het goed is om fysiek bezig te zijn en even niet te veel in mijn hoofd te zitten.

UitzichtRupsUitzicht

Muelle de Las Almas draait eigenlijk om een legende van de Huilliche (de zuidelijke Mapuche). Ze zeggen namelijk dat dit deel van het eiland een brug is tussen deze wereld en de volgende. Je zou hier de zielen van de doden horen die de vissers vragen om over te steken. Het verhaal gaat dat een buitenlander (op dat moment nog levend) een visser vroeg om over te steken maar de visser gaf geen gehoor. Een jaar later overleed de buitenlander en zijn ziel probeerde de visser nogmaals te vragen om over te steken. De visser ging er vanuit dat dit een truuk was dus het verhaal gaat dat de ziel van de buitenlander nog steeds ronddwaalt. Symbolisch is er daarom Muelle de Las Almas gebouwd. Een brug naar niets.

Muelle de Las AlmaskijkenDe werkelijke mierenhoop

Met mijn gemoedstoestand klonk het wel interessant. Hoewel ik de uitzichten prachtig vond was het echter dusdanig druk dat het bewandelen van de brug er niet in zat. Des al niet te min had ik leuke gesprekjes, met een gezin dat als stop zin 'for the gram' had en dus op elke hoek een foto wilde maken, met een oudere dame die vroeg hoe het toch kon dat blanke mensen een veel betere conditie hebben (en dat terwijl ik met een rood, bezweet hoofd langs haar liep), met een jongetje die vroeg of alle Europeanen er eigenlijk uitzagen als Aliens (blank en lang) en een oudere dame die zich niet voor kon stellen dat ze zo'n wandeling helemaal alleen zou maken. Gezien de stroom toeristen dacht ik daar anders over maar ik snapte haar punt.

De weg terug over het zandpad was een stuk lastiger. Ik begreep ineens waarom de mannen op de heenweg mij volgde. Nu zat ik achter een 4 Wheel drive die het presteerde om op de meest stijle heuvels niet harder te rijden dan zo'n 5km per uur en continu op de rem te trappen. Gezien Frenkie het toch moet hebben van een beetje tempo bij dit soort beproevingen hadden we het allebei erg warm. Er zat niets anders op dan afstand houden en af en toe goed vloeken. Ik had een camping gevonden, Camping Tronco de Oro, die uit de recensies goed naar voren kwam dus ik reed er blind naartoe. Hoe dichterbij ik kwam hoe beter ik het begreep. Het is hier hemels! Terwijl het overal top drukte is is het hier rustig, ik heb mijn eigen tafel en kampvuur, Frenkie kan naast mij staan, achter me staan schapen en voor me is een groot meer. Als ik zou willen zou ik zelfs kunnen gaan kajakken. Ik besluit dan ook direct twee nachten te boeken. Tijd voor ontspanning.

prettyBloem naast mijn tent

De volgende dag is een rust dag, nou ja ik lees mijn halve boek uit, maar ik ben ook productief. Frenkie is al een tijdje een puinhoop onder een laagje stof dus ik besluit alles eruit te halen en overal een doekje overheen te halen. Dit betekent drie maal op en neer lopen naar de kraan want onze mooie emmer heeft het begeven dus mijn kleren krijgen ook meteen een wasbeurt. Jan heeft met een klap afscheid genomen van de kast, dus die naai ik weer vast en probeer een tijdelijke oplossing te vinden voor de rits die een rits mist. Jan baalt al weken als een stekker dat hij zijn zippo kwijt is dus nu alles uit de auto is hoop ik deze ook tegen te komen, helaas is dit niet het geval. Na ruim vier uur is Frenkie echter wel weer schoon en ingeruimd en kan ik verder met mijn boek Lost Patagonia, The war over land at the end of the world van Gonzalo Sánchez een aanrader als je Jan's commentaar op de veranderende maatschappij en het kapot maken van de aarde mist. Mega interessant maar ook deprimerend.

De volgende dag is het tijd voor het national park. Ik heb zin om weer te lopen en ben benieuwd of het kan tippen aan de natuur die ik onderweg al ben tegen gekomen. Zoals met alles in Chili wordt ook hier entree voor gevraagd en wederom is de prijs drie maal zo hoog voor een toerist als voor een Chileen. Even twijfel ik of ik dat het waard vind. Ik had er heel veel zin in maar het is nogal wat voor een wandeling van een uurtje of twee (meer tijd heb ik niet als ik mijn andere plannen vandaag ook nog wil uitvoeren). Ik besluit dat ik niet zo moet twijfelen en ga ervoor.

Een van de padenMooie bloemOké niet alle paden zijn meer in topvormIk geniet er wel van

Al snel merk ik dat dit park anders is dan ik voor ogen had. De wandelingen zijn kort en voor een groot deel over houten planken. De 'pittige' wandeling waar de man bij de entree ons voor waarschuwde is a helemaal een giller. Deze gaat namelijk omhoog. Dat wil zeggen in totaal 8 traptreden in setjes van 2 volledig over houtenbruggetjes. De bordjes met informatie zijn in het Spaans óf met zulke nietszeggende teksten ('als we allemaal op zouden letten waar we ons afval zouden neergooien, zouden er meer plekken zijn met bomen en mos'). Na twee uur heb ik alle wandelingen gehad en kom ik tot de conclusie dat iemand steenrijk zou kunnen worden als ze Chilenen entree zouden laten betalen voor de Hatertse vennen of Heumensoord. Desalniettemin een mooie wandeling en lekker om in beweging te zijn.

érg uitdagendSpinnenwebHier was het pad even verdwenenMega bladPluisjePrachtige bomen, to be continued..

Via Castro rij ik door naar Muelle de la Luz. Wederom een brug richting de andere wereld 'het licht'. Deze werd mij getipt door het meisje van de toeristen informatie in Ancud. Ze zei er wel bij dat hij nog vrij nieuw was en nog niet zo toeristisch. Dit klonk mij als muziek in de oren na Muelle de Las Almas. Ik had een camping in de buurt gevonden dus ik besloot eerst daar naartoe te rijden om de tent op te zetten. Eenmaal een eind op de hobbelige zandweg bleek deze camping niet meer te bestaan dus mocht ik zien te keren. Terwijl ik aan het klungelen was om te keren op het smalle, stijle, zandpad, gaat mijn mobiel af, Jan. Ik schrik een beetje en hoop dat er niets aan de hand is, maar ik sta al ongelukkig genoeg om ook nog op te nemen. Ik keer de auto en parkeer hem langs de weg om Jan een berichtje te sturen of alles oké is. Ik had al een paar dagen geen bereik en hij wilde alleen weten of het goed ging (achteraf gezien heeft hij mijn smsjes ook niet ontvangen). Wederom had ik geen bereik dus mijn berichtje terug wilde ook niet versturen. Op naar Muelle de la Luz dan maar.

Bij Muelle de La Luz was het druk. Voor mij stond een gezin van vier en achter mij sloot een koppel aan. Ik schrok wederom een beetje van de entree maar goed deze keer zou er een boottocht bij zitten richting een eiland waar de brug zou zijn én dit was een mooie kans om de bomen te zien die onderwater groeien. Eenmaal aan de beurt kreeg ik echter te horen dat het alleen voor tweetallen was en dat er 6 mensen in een boot konden en ik dus niet mee kon. Het voelde een beetje als een bruiloft waar koppels uitgenodigd zijn maar singels geen +1 mee mogen nemen omdat dit niet een langdurige relatie is.

Ik was flink geïrriteerd. Ik kon niet reageren op Jan, de camping waar ik op had gerekend bestond niet meer en de attractie waar ik heen wilde was niet toegankelijk. Even diep ademen en een nieuw plan smeden. De dichtstbijzijnde camping was de camping waar ik was begonnen deze week en Frenkie de camping op stelten had gezet. Toch had ik daar wel fijn gestaan en er was tenminste WiFi dus dan kon ik Jan bellen, even zijn stem horen. Ik besloot die kant op te rijden en werd hartelijk onthaald door de opa van de camping die blij was mij weer te zien. Hij ratelde in het Spaans maar nu ik moe dan wel geïrriteerd was begreep ik er geen fluit van. Ik boekte meteen twee nachten want vanuit hier kon ik overmorgen mooi doorrijden om Jan op te pikken van het vliegveld.

Terwijl ik de tent op zette kwam de oudere man weer na me toe. Hij gaf me een knuffel en vroeg hoe ik heette. Ik stelde me voor en vroeg zijn naam. Hij nam me even apart en begon te fluisteren. Hij heette Adolf en daar schaamde hij zich een beetje voor, maar hij verzekerde me dat hij absoluut niet was zoals zijn ouders die hem de naam hadden gegeven. Ik zei dat hij de a moest ditchen en dat ik hem Dolf zou noemen, dat vond hij goed (Even niet gedacht aan Alfred Jodocus Kwak). Zodra de tent stond belde ik Jan en het voelde alsof er weer even lucht was. Fijn om normaal te kunnen praten zonder na te hoeven denken wat het Spaanse woord ook alweer was. Dolf gaf me een hand tijdens het bellen en kneep er even in 'me alegro de verte'. Ik hing op met Jan en legde Dolf uit dat Jan over een paar dagen deze kant op kwam. Hij was benieuwd naar de reus die bij mij in de grote tent kwam liggen.

Na een stormachtige nacht ben ik blij dat de tent er nog staat en alles droog is. Na dagen van heerlijk warm weer is het even wennen om de tent uit te komen terwijl de regen met bakken uit de hemel valt. Hier had ik niet op gerekend. Vandaag zou ik het bovenste deel van het eiland pakken. Veel zandwegen maar langs de kust. Ik check even de weersverwachting en als ik zie dat er een storm met bliksem op de planning staat, besluit ik dat plan maar te skippen. Het zal me toch niet gebeuren dat ik op de een na laatste dag alleen vast kom te staan met Frenkie. Ik ben onrustig dus ik besluit wat door het dorp te dwalen. Gezien het druilerige weer op een doordeweekse dag weinig spannends. Ik kan nu in ieder geval wel zeggen dat ik werkelijk het hele dorp heb gezien. Daarbij is het een mooi moment om het boek uit te lezen en te beginnen aan de verhalen van Robinson Crusoe.

Buzz lightyear, zo voelde het alsof Boaz er ook een beetje bij was

De volgende ochtend kan ik uitslapen want ik heb een belafspraak staan met Sam aan het einde van de ochtend. Toch word ik om zeven uur wakker en staar naar het tentzijl en nu? Ik ben in een hyperbui omdat Jan vandaag terug komt dus ik weet dat slapen weinig zin heeft. Ik besluit de auto nogmaals op te ruimen, de tent Jan proof te maken, een douche te nemen en te lezen. Voor ik het weet hang ik aan de telefoon en klets ik uitgebreid bij met Sam. Iets later dan gepland begin ik dan ook aan mijn plannen van de dag.

Als eerste bezoek ik Fuerte Ahui, een ruïne van een oud kasteel. Officieel 4 km van de camping af maar gezien er een zee tussen ligt ben ik al snel drie kwartier onderweg. Hoewel ik niet mega geïnteresseerd ben in kastelen ben ik aangenaam verrast als ik de locatie zie. Het strand is prachtig en er staan verschillende mooie bloemen. In tegenstelling tot praktisch alles in Chili is er geen entree dus na een rondje strand geniet ik volledig van de ruïnes en de interessante paden. Even twijfelde ik vanochtend om de plannen te laten varen zodat ik ze morgen met Jan kan uitvoeren, maar ik ben blij dat ik dat niet gedaan heb en zo mezelf afgeleid houd. Ik heb er zin in!

Mooie bloemHet strandVuurtorenIk heb er weer zin inKanonnenBloem naast mijn tent

Via een prachtige zand weg rij ik door richting  Faro Corona. Deze blijkt net een pauze te hebben van twee uur maar gezien het geen bijzondere vuurtoren blijkt te zijn vind ik het eigenlijk ook wel prima dat hij is gesloten. Dan maar door naar Puñihuil. Hier aangekomen blijkt het veel te druk. In een file rijd ik over een lastig zandpad om aan te komen op een strand waar iedereen in paniek lijkt te schieten van de mannetjes die je naar hun parkeerplaats proberen te begeleiden waar je veel te veel voor betaald. Gezien ik überhaupt niet van plan was om een boot te nemen naar één van de eilanden om pinguïns te bekijken (op zich hebben we die stiekem al best wel gezien) besluit ik me weer om te draaien en naar de camping te gaan.

Met moeite eet ik wat op de camping, ik lees verder en fris me op voor het weerzien met Jan. Het verrast me een klein beetje hoe zenuwachtig ik hiervoor ben en lach mezelf uit als ik twijfel wat ik aan moet trekken (alsof hij dat ziet). Vol goede moed loop ik twee uur later straal de verkeerde kant op om nog net op tijd bij het busstation aan te komen met twee koude biertjes. Verwachtingsvol staar ik naar de ene na de andere bus die aankomt.

Conclusie: Ik had een week de tijd om mezelf te testen en te evalueren. Zo heb ik voor mezelf een aantal conclusies kunnen trekken.

- Ik kan prima alleen reizen alleen merk ik dat ik het niet zo leuk vind.

- Ik vind het fijn om mijn ervaringen te delen en samen te stoeien.

- Mijn Spaans op basis van Duolingo is écht nog te karig om een fatsoenlijk gesprek te voeren.

- Ik hou oprecht van kamperen, het op en afbouwen van de tent, het koken op een gasstel en direct frisse lucht als je wakker wordt

- Vrouwen staan in Chili bij lange na niet gelijk aan mannen en worden vaak onderschat (helemaal alleen reizen, mét een auto zou je dat wel doen?, gejoel na een lastig stuk rijden, gereden door een vrouw, tanken? Ach meisje maak je handen toch niet vies aan het opendraaien van de tankdop)

- Als je een tent deelt zijn de nachten echt een stuk minder koud

- Kinderen en oudere mannen zijn de makkelijkste én leukste gesprekspartners

- Bedbugs zijn onnozele, irritante wezens die net als muggen wat mij betreft gelijk geëlimineerd mogen worden

- Ik heb bij lange na nog niet de ontwikkeling doorgemaakt die ik had willen maken in vijf maanden tijd (but getting there)

- Ik hou van spelletjes en dan met name tot het donker wordt kaarten.

- Ik hecht mega veel waarden aan de mensen om mij heen en het feit dat ik zelfs op afstand altijd nog een aantal mensen heb waar ik altijd op terug kan vallen als ik het even niet weet of me alleen voel.

- Ik wil deze reis heel graag vervolgen met Jan en ik kan met zekerheid zeggen dat ik dit met niemand anders zou willen dan met hem.

5 Reacties

  1. Vonnie:
    28 juli 2021
    herdstikke trots op dich....
  2. Elisa:
    28 juli 2021
    Stoer wijf mijn dochter, trots op je.
  3. Eline:
    28 juli 2021
    Dapper hoor en wat een mooie conclusies!
  4. Erik Peperkamp:
    28 juli 2021
    Stoer! Dat heb je mooi gedaan..Liefs
  5. Anita peijzel v,t Santstraat Nijmegen:
    30 juli 2021
    Mooi verhaal Pleun, je hebt het toch maar gered in je eentje ! Mooi verhaal ook. Liefs van Jans overbuurvrouw uit Nijmegen